Een hittegolf teistert het land en de gemeente Sloterstapse Dam activeert haar hitteplan. De burgemeester drukt op een grote rode knop en het plantsoen voor het gemeentehuis schuift open. Uit een ondergrondse garage komt een robotarm naar boven met een uitklapbaar hitteschild dat kilometers breed is. Het schild vangt de ergste warmte op, maar laat genoeg door dat het lekker is als je in de tuin zit.
Aan de achterkant zit een sproei-installatie die alle gazons water geeft, maar ook mensen besproeit en drinken geeft als ze daar om vragen. En dat alles zonder dat er een druppeltje water verloren gaat.
Maar na het bouwen van deze installatie kan de gemeente geen benzine meer betalen. Net voordat het hitteschild gereed is, valt hij uit en klapt weer terug de garage in. Gelukkig heeft niemand het gezien.
Later die middag komt meneer Betrokken naar het gemeentehuis. Hij praat luid en overdreven, zoals een typetje van Theo Maassen of Hans Teeuwen.
“Zeg eens, meneer Gemeente, wat is uw hitteplan?”
De beambte kijkt met veel moeite op van zijn smartphone.
“Veel water drinken, meneer.”
“Dat is niet genoeg hé, meneer Gemeente. Het is loeiheet buiten. Sommige mensen moeten heel ver lopen naar de kraan, of ze houden niet van water.”
“Onze procedure voor klachten is dat u eerst een prop papier in de prullenbak moet gooien.”
“Een formulier aanvragen bij de klachtenservice, bedoelt u?”
De beambte knippert.
“Inderdaad, dat bedoel ik.”
Meneer Betrokken loopt een rondje door de hal van het gemeentehuis en keert terug bij hetzelfde loket.
“De receptie zegt dat ik hier moet zijn.”
“Zeker, meneer. U bent op weg van het kastje naar de muur?”
“Nee, ik wil een schadeclaim indienen. Het warme weer heeft mij emotionele schade toegebracht.”
De beambte legt opnieuw zijn telefoon opzij en begint te typen. Het scherm van de computer blijft zwart, maar beide mannen lijken het niet te merken.
“Uw aanvraag om met een kluitje het riet in te gaan is in behandeling meneer.”
De man knikt.
“En dan nog iets, zijn jullie wel gecertificeerd voor deze warmte?”
“Volgens de regelgeving van 2013 voldoen wij aan-” “Tsk, 2013. Dat is vier jaar geleden. Het is 35 graden buiten.”
“Wat wilt u dat we doen, meneer?”
“Ik wil dat u zich opnieuw certificeert, constant, elke minuut van de dag. Ik wil de mensheid laten invriezen en de wereld vernietigen. Ik wil dat de zon in een zwart gat verandert.”
“Zo'n voorstel moet u indienen bij de gemeenteraad.”
Meneer Betrokken slaakt een luide zucht en geeft het op. Terwijl hij wegloopt valt de kartonnen façade van het loket omver. Beide mannen doen alsof ze het niet merken.
Aan de achterkant zit een sproei-installatie die alle gazons water geeft, maar ook mensen besproeit en drinken geeft als ze daar om vragen. En dat alles zonder dat er een druppeltje water verloren gaat.
Maar na het bouwen van deze installatie kan de gemeente geen benzine meer betalen. Net voordat het hitteschild gereed is, valt hij uit en klapt weer terug de garage in. Gelukkig heeft niemand het gezien.
Later die middag komt meneer Betrokken naar het gemeentehuis. Hij praat luid en overdreven, zoals een typetje van Theo Maassen of Hans Teeuwen.
“Zeg eens, meneer Gemeente, wat is uw hitteplan?”
De beambte kijkt met veel moeite op van zijn smartphone.
“Veel water drinken, meneer.”
“Dat is niet genoeg hé, meneer Gemeente. Het is loeiheet buiten. Sommige mensen moeten heel ver lopen naar de kraan, of ze houden niet van water.”
“Onze procedure voor klachten is dat u eerst een prop papier in de prullenbak moet gooien.”
“Een formulier aanvragen bij de klachtenservice, bedoelt u?”
De beambte knippert.
“Inderdaad, dat bedoel ik.”
Meneer Betrokken loopt een rondje door de hal van het gemeentehuis en keert terug bij hetzelfde loket.
“De receptie zegt dat ik hier moet zijn.”
“Zeker, meneer. U bent op weg van het kastje naar de muur?”
“Nee, ik wil een schadeclaim indienen. Het warme weer heeft mij emotionele schade toegebracht.”
De beambte legt opnieuw zijn telefoon opzij en begint te typen. Het scherm van de computer blijft zwart, maar beide mannen lijken het niet te merken.
“Uw aanvraag om met een kluitje het riet in te gaan is in behandeling meneer.”
De man knikt.
“En dan nog iets, zijn jullie wel gecertificeerd voor deze warmte?”
“Volgens de regelgeving van 2013 voldoen wij aan-” “Tsk, 2013. Dat is vier jaar geleden. Het is 35 graden buiten.”
“Wat wilt u dat we doen, meneer?”
“Ik wil dat u zich opnieuw certificeert, constant, elke minuut van de dag. Ik wil de mensheid laten invriezen en de wereld vernietigen. Ik wil dat de zon in een zwart gat verandert.”
“Zo'n voorstel moet u indienen bij de gemeenteraad.”
Meneer Betrokken slaakt een luide zucht en geeft het op. Terwijl hij wegloopt valt de kartonnen façade van het loket omver. Beide mannen doen alsof ze het niet merken.
Inheemse Chagrijn